Slagenbuurt
De Slagenbuurt is gebouwd in de tweede helft van de jaren 80 in de twintigste eeuw. Het noordoostelijke deel van deze buurt is rond 2000 gebouwd. Naast huurwoningen kent de wijk ook diverse koopwoningen. In het midden van de wijk is een winkelcentrum met aanpalende bedrijfsruimten. Momenteel zijn daar alleen een wijksupermarkt en een centrum voor fysiotherapie gevestigd. Na de bouw van deze buurt hebben bewoners een wijkvereniging Achterwillens opgericht. Deze heeft domicilie gevonden in het gebouw tegenover de supermarkt waar tot zomer 2024 basisschool Vindingrijk is gevestigd, voorheen de wethouder Luidensschool. De wijkvereniging Achterwillens heeft nauwelijks meer een rol voor de wijk, maar vooral voor de leden van het eerste uur en hun vrienden en kinderen (ook al zijn deze verhuisd). De rol van wijkvereniging is momenteel verzorgd via de Vereniging Netwerk Achterwillens.
De beschrijvingen van de straatnamen zijn ontleend aan deel 3 van de 4-delige boekenserie “Stad van de Gouwenaars” uitgave van de historische vereniging Die Goude 2013.
Straatnamen
Een Slag: een smalle, rechthoekige strook land, meestal weiland, met links en rechts een (brede) sloot, die uitkwamen op een wetering. Met elkaar maken de slagen en de weteringen het bekende patroon van de meeste polders van het Groene Hart. De oudste polders dateren uit de elfde eeuw.
Baljuwslag
Genoemd naar: baljuw, de naam die onder andere in Holland en Zeeland werd gebruikt om de ambtenaar aan te duiden die vanaf de 13e eeuw de vorst in de steden en landelijke gebieden vertegenwoordigde. In de eerste plaats was een baljuw een gerechtelijke en politie-ambtenaar, belast met de ordehandhaving en de misdaadbestrijding in zijn ambtsgebied. Als vervolgingsambtenaar spoorde hij misdadigers op en trad voor de rechtbanken op als openbare aanklager. Hij inde voor rekening van de graaf de gerechtelijke boeten en zorgde voor de correcte uitvoering van de vonnissen. In zijn rechtsgebied maakte hij ook de grafelijke verordeningen bekend en waakte hij over de uitvoering ervan.
Dijkgraafslag
Genoemd naar: dijkgraaf, de voorzitter van het bestuur van een grote polder of een waterschap. Een dijkgraaf is vergelijkbaar met de functie van burgemeester. Een dijkgraaf is voorzitter van zowel het algemeen als het dagelijks bestuur van een waterschap. Het dagelijks bestuur van een waterschap wordt college van dijkgraaf en heemraden genoemd. Een dijkgraaf wordt benoemd door de Kroon voor een periode van zes jaar. Bij waterschappen die geen dijken in beheer hebben heet deze functie “watergraaf”.
Doorslag
Genoemd naar: een doorslag, een verbinding in het slagenlandschap. Hier is het bedoeld als verbindingsweg tussen twee straten.
Drossaardslag
Genoemd naar: drossaard, oorspronkelijk de tafeldienaar van de heer. Later ontwikkelde deze functionaris zich tot hofmeester en bestuursambtenaar. Zijn functie was vaak te vergelijken met die van een baljuw. Zijn taken konden bestaan uit het handhaven van de openbare orde, het opsporen, vervolgen en eventueel terechtstellen van misdadigers en het toezicht op de rechtspraak. Nog later was een drossaard of (land)drost een Nederlandse bestuursambtenaar die een gebied bestuurde dat niet gemeentelijk was ingedeeld.
Dwarsslag
Genoemd naar: de ligging van deze straat haaks of “dwars” op twee andere straten.
Gaarderslag
Genoemd naar: gaarder, in het oude Holland een ontvanger van belastingen, accijnzen, pachten enzovoorts, onder andere van de polderlasten.
Heemraadslag
Genoemd naar: heemraad, een lid van het dagelijks bestuur van een grote polder of een waterschap. Een heemraad heeft een vergelijkbare functie als een wethouder bij een gemeente. Het dagelijks bestuur van een waterschap wordt ook wel college van dijkgraaf en heemraden genoemd. Bij enkele waterschappen met rivierdijken in het westen van Nederland wordt een lid van het dagelijks bestuur hoogheemraad genoemd in plaats van heemraad.
Ingelandslag
Genoemd naar: ingeland, iemand die eigendommen (“land”) heeft binnen een polder of waterschap. Traditioneel hadden de ingelanden als enigen actief en passief stemrecht binnen het waterschap. Ingeland komt uit het Middelnederlands: geland betekent “eigenaar van een stuk land”; iemand die land had binnen (“in”) de dijken, was ingeland.
Kameraarslag
Genoemd naar: kameraar, oorspronkelijk in de grafelijke hofhouding de adellijke functionaris die was belast met de inkomsten en de hofhouding. De functie ontwikkelde zich geleidelijk tot een bestuursambt, waarvan de taken eerder buiten dan binnen het hof te vervullen waren. In een waterschap voerde de kameraar het beheer over de geldmiddelen; meestal voerde hij (als “hoofd technische dienst”) ook toezicht uit op de uitvoering van werken.
Kwartslag
Genoemd naar: de vorm van het aangrenzende appartementengebouw, namelijk een kwart van een cirkel.
Landmeterslag
Genoemd naar: landmeter, de wettelijk gediplomeerde en beëdigde technicus die (bijvoorbeeld in dienst van een waterschap of hoogheemraadschap) onroerend eigendom, publiek of privaat, bebouwd of onbebouwd, identificeert, afbakent, opmeet en schat.
Leenmanslag
Genoemd naar: leenman, de persoon die een gebied in beheer ontving van de vorst (de leenheer), waar een verplichting tot trouw, bijstand en het betalen van schattingen tegenover stond. De maatschappelijke orde waarin dit plaatsvond werd het leenstelsel of feodalisme genoemd. Een leen kon weer in onderleen worden uitgegeven; de oorspronkelijke leenman werd dan op zijn beurt leenheer. Met het einde van de middeleeuwen kwam er ook een einde aan het feodalisme, ook al werden formeel de feodale rechten pas afgeschaft door de invloed van de Franse Revolutie en de daaropvolgende Franse bezetting.
Molenmeesterslag
Genoemd naar: molenmeester, in sommige polders de aanduiding van het lid van het dagelijks bestuur die onder andere belast was met de inning van het molengeld (dat eigenaren van landerijen moesten betalen ter bestrijding van de kosten van bemaling).
Ommeslag
Genoemd naar: ommeslag of omslag, een waterschapsbelasting. Voor het onderhoud van een polder en de daaromheen gelegen dijken worden polderlasten geheven op onroerende goederen in die polder.
Poldermeesterslag
Genoemd naar: poldermeester, lid van het polderbestuur, de poldermeesters controleerden of de ingelanden de jaarlijkse werkzaamheden hadden uitgevoerd, zoals het schoonmaken van de sloten.
Rentmeesterslag
Genoemd naar: rentmeester, iemand die voor de eigenaar een goed beheert en de administratie voert. Oorspronkelijk was een rentmeester een ontvanger van pachtrenten. In het feodale stelsel werd een bezit, zoals een heerlijkheid, beheerd door een rentmeester als de heer langdurig afwezig was, bijvoorbeeld omdat hij verbleef op een ander van zijn bezittingen of in dienst was van zijn leenheer. In dit verband gebruikt men ook wel de term kastelein, een woord dat geleidelijk aan de betekenis van “herbergier” heeft verkregen. Ook tegenwoordig wordt een landgoed wel door een rentmeester beheerd. Vandaag de dag is in enkele grote waterschappen de rentmeester nog steeds de ambtenaar die het beheer over de financiën voert; soms is hij tevens hoofd van de secretarie en heet dan secretarisrentmeester.
Sluismeesterslag
Genoemd naar: sluismeester (of sluiswachter), de man of vrouw die een schutsluis bedient. Hij bewaakt en bepaalt hoe er geschut wordt en int het eventuele schutgeld, het bedrag dat moet worden betaald om te worden geschut.
Waarsmanslag
Genoemd naar: waarsman, iemand die gemachtigd was de belangen van zijn dorp, ambacht of waterschap in dijkzaken en andere waterschapszaken te behartigen. Een waarsman is ook de aanduiding van iemand die het vee op de uiterwaarden bewaakt.