Middenwillens
De buurt Middenwillens is in zijn geheel gebouwd na het jaar 2000. De straatnamencommissie heeft de straten de namen gegeven van vlinders. Niet alleen echte in Nederland voorkomende, maar ook vlindernamen die gekoppeld zijn andere betekenissen in de Nederlandse taal. De Middenwillenseweg loopt als een buurt-verbindingsweg langs de spoorlijn en is samen met de Goudvlinderstraat de in- en uitvalsweg voor de buurt.
De beschrijvingen van de straatnamen zijn ontleend aan deel 3 van de 4-delige boekenserie “Stad van de Gouwenaars” uitgave van de historische vereniging Die Goude 2013.
Straatnamen
Citroenvlinderstraat
Genoemd naar: citroenvlinder (wetenschappelijke naam: Gonepteryx rhamni), een dagvlinder uit de witjesfamilie. De vleugels van het mannetje zijn citroengeel, die van het vrouwtje zijn geelwit . De citroenvlinder komt voor in grote delen van Noord-Afrika, delen van Azië en in grote delen van Europa, ook in Nederland. De vlinder is een zwervende soort die overal kan worden aangetroffen. De citroenvlinder is één van de langstlevende soorten die meer dan een jaar oud kan worden. De vliegtijd is van juli tot en met oktober en van februari tot en met mei. In de tussentijd wordt een winterslaap gehouden.
Dagpauwoogstraat
Genoemd naar: dagpauwoog (wetenschappelijke naam: Inachis io), een dagvlinder uit de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders. De vlinder komt voor in vrijwel heel Europa en de gematigde gebieden van Azië. De soort is vooral te vinden in graslanden en bloemvelden, maar ook in tuinen als daar planten als vlinderstruik in staan. De dagpauwoog heeft een spanwijdte van 5 tot 6 cm. Zowel de bovenste als de onderste vleugels hebben in de bovenste buitenhoek een grote oogvlek die bestaat uit witte, blauwe en paarse kleuren op een zwarte achtergrond. Wanneer de vlinder zich bedreigd voelt opent hij zijn vleugels, waarbij de ogen zichtbaar worden, om vijanden af te schrikken.
Distelvlinderstraat
Genoemd naar: distelvlinder (wetenschappelijke naam: Vanessa cardui), een trekvlinder uit de onderfamilie van de Nymphalinae. Distelvlinders hebben oranje vleugels met zwarte en witte vlekken. Aan de onderzijde van de achtervleugels zitten 5 oogvlekken. De spanwijdte is 5 tot 6 cm. Distelvlinders komen overal ter wereld voor, behalve op de Noordpool, Zuidpool en in Zuid-Amerika. De vliegtijd in de Benelux is van mei tot oktober, in tropische gebieden is hij heel het jaar door te vinden.
Goudvlinderstraat
Genoemd naar: vlinders met goudkleurige vleugels. Een voorbeeld hiervan is de Dyseriocrania subpurpurella, een nachtvlinder waarvan de vleugels een metallisch gouden kleur hebben met saffierblauwe en robijnrode stippen. Ook veel nachtvlinders uit de familie Noctuidae hebben goudkleurige vleugels.
Koningsmantelstraat
Genoemd naar Koningsmantel (wetenschappelijke naam: Nymphalis antiopa), een dagvlinder uit de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders. Het is een grote roodachtig zwarte vlinder met een opvallende gele vleugelrand. Daaraan dankt hij zijn bijnaam “rouwmantel”, omdat het lijkt of hij uit rouw een zwarte mantel over gele vleugels draagt. De vlinder komt in Europa vrij algemeen voor in gemengde en naaldbossen, en verschijnt als dwaalgast in Nederland. De vliegtijd is van maart tot en met september.
Koolwitjestraat
Genoemd naar: klein koolwitje (wetenschappelijke naam: Pieris rapae), een dagvlinder uit de familie witjes. Het klein koolwitje komt voor in grote delen van Europa, Noord-Afrika, Azië en Japan. Het vrouwtje zet haar eitjes af op verschillende koolsoorten, vandaar ook de naam. De witte vleugels hebben een lengte van 21 tot 27 mm., hebben een donkere tip aan de bovenkant van de voorvleugel en zijn gesierd met enkele zwarte vlekken. Sterke gelijkenis met het klein koolwitje vertoont het groot koolwitje (Pieris brassicae) dat een vleugellengte heeft van 28 tot 32 mm.
Meivlinderstraat
Genoemd naar: een niet met name bepaalde vlinder(soort), die zich vrijwel uitsluitend in de maand mei vertoont en daarom als meivlinder wordt aangeduid. Het oranjetipje (wetenschappelijke naam: Anthocharis cardamines) uit de witjesfamilie is een voorbeeld van een meivlinder.
Parelmoervlinderstraat
Genoemd naar: parelmoervlinder, een verzamelnaam voor dagvlinders uit de familie van aurelia’s of Nymphalidae (de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders). De vlinders worden zo genoemd omdat de onderzijde van de ondervleugels met parelmoerachtige (zilverachtige) vlekken is versierd. In de Nederlandse kuststreek komt de kleine parelmoervlinder veelvuldig voor. Andere soorten die in Nederland voorkomen maar in aantal afnemen zijn de grote parelmoervlinder, de duinparelmoervlinder, de veenbesparelmoervlinder, de bosparelmoervlinder en de veldparelmoervlinder.
Vlinderplein en Vlinderpad
Genoemd naar: vlinders (wetenschappelijke naam: Lepidoptera), een orde van gevleugelde insecten. Er zijn ongeveer 160.000 beschreven soorten, waarvan de meeste leven in tropische tot subtropische gebieden. Vlinders verschillen sterk in kleur en grootte; zo kan de vleugelspanwijdte variëren van een paar millimeter tot 32 centimeter. Vlinders kennen vier levensstadia. Het eerste stadium is het ei, daaruit kruipt de larve (rups) die na een tijdje verandert in een pop. Uit de pop komt ten slotte de volwassen vlinder die zich voortplant, waarna de cyclus opnieuw kan beginnen.
Vuurvlinderstraat
Genoemd naar: vuurvlinders, een vlindersoort uit de familie van de Lycaenidae (vuurvlinders, kleine pages en blauwtjes). Vuurvlinders kunnen worden aangetroffen in allerlei graslanden. De mannetjes zijn opvallend oranje of hebben op de bovenkant van de vleugels een patroon dat sterk lijkt op dat van de vrouwtjes: een overwegend bruine achtervleugel en een oranje voorvleugel met bruine vlekken. Soorten die in Nederland voorkomen zijn de bruine vuurvlinder, de grote vuurvlinder, de kleine vuurvlinder en de morgenrood. De rode vuurvlinder is sinds 1946 uit Nederland verdwenen en is daarmee de eerste in Nederland uitgestorven soort.
Zegelvlinderstraat
Genoemd naar: zegelvlinder, in Nederland beter bekend als koningspage (wetenschappelijke naam: Papilio podalirius), een dagvlinder uit de familie van de grote pages. De vlinder is wijdverspreid in heel Europa en vliegt van zeeniveau tot 1.500 meter in de bergen. In Nederland geldt hij als trekvlinder die weinig wordt gezien. De vliegtijd is van maart tot en met oktober. De vleugels zijn wit tot crèmekleurig. Op de voorvleugels bevinden zich enkele zwarte strepen die dwars over de vleugels lopen. De achtervleugels hebben ook donkere banden, een duidelijke zwarte achterrand met blauwe vlekken, vaak met een roodachtige vlek in de binnenhoek en zwarte, staartachtige aanhangsels.